donderdag 30 april 2015

Week 17 - Foto van de week

24 april Zandhagedis bij Driehuizen © Henk Eikholt
In de omgeving van Nijmegen komen drie hagedissoorten voor. De Zandhagedis (Lacerta agilis), de Levendbarende hagedis (Zootoca vivipara) en de Hazelworm (Anguis fragilis). Beide hagedissen met pootjes wonen hier overwegend in heidevelden, maar ze geven de voorkeur aan verschillende leefomstandigheden, waardoor je ze niet samen op dezelfde plek aantreft. De Zandhagedis vind je meer op hogere, warme en zandige gronden, zoals bij de spoorweg in dit deel van de stad. De Levendbarende Hagedis verdraagt een meer vochtige en koelere omgeving. Dat is handig om te weten, want ze zijn soms verdraaid lastig uit elkaar te houden. De Hazelworm vindt zijn biotoop in de strooisellaag van bossen op hoge zandgronden zoals Heumensoord en de aangrenzende stukjes in de gemeente Nijmegen. Een Hazelworm heeft een verborgen leefwijze en laat zich maar lastig ontdekken.

Zandhagedissen behoren tot de familie van de Smaragdhagedissen. De foto van Henk Eikholt laat mooi zien waarom: het volwassen mannetje heeft in de paartijd een smaragdgroene kleur. Het is nu paartijd (april-mei) en de kans dat je een hagedis tegenkomt is dan groter, omdat ze actief op zoek zijn naar een partner. Dit mannetje speelde zichzelf in ieder geval goed ‘in the picture’.   

Auteur: Ria Vogels

dinsdag 28 april 2015

De soortenrijkdom van Nijmegen: Schelpenstrandjes langs de Waal

Aziatische Korfmossel op een strandje bij de Lentse Waard © Erik van Dijk
Vroeger vond je langs de Waal niet of nauwelijks schelpen. Schelpen was iets van aan zee. Er waren wel allerlei soorten schelpen in het binnenland, maar die spoelen zelden massaal aan. De komst van de Aziatische Korfmossel heeft hier verandering in gebracht. Deze uitheemse mossel is tegenwoordig soms massaal te vinden bij de strandjes tussen kribvlakken in de Nijmeegse Stadswaard. De eerste Aziatische Korfmossel uit het zuidoosten van Rusland werd in 1988 in Nederland waargenomen. Sindsdien is het hard gegaan.

De Driehoeksmossel wordt minder op de strandjes aangetroffen, maar is onder water zeker niet minder aanwezig. Als je een steen uit de Waal optilt die altijd onder water ligt heb je goed kans dat deze geheel onder de driehoeksmossels zit. Ook onder boeien en boten zijn deze schelpdieren massaal aanwezig. Ook dit schelpdier is niet inheems. De oorsprong ligt in rivieren die uitmonden in de Kaspische en Zwarte Zee. Deze mossel die zich via de onderkanten van schepen verplaatst werd al in 1834 voor het eerst in Nederland aangetroffen. Tot slot wordt op deze schelpenstrandjes sinds 2006 ook de Quaggamossel aangetroffen uit de monding van de Dnjepr in de Zwarte Zee.

Schelpdieren lijken niet echt mobiel, maar niets is minder waar. Een deel van de soorten zoals de Driehoeksmossel hechten aan steenachtige oppervlakken, maar ook aan boten. Deze soorten kunnen dus liften met de boten en zullen zich verspreiden door op andere plaatsen opnieuw zaad te zetten. Alle soorten schelpdieren zijn als kleine diertjes aanwezig in het water voordat ze zich vestigen op een plek. Omdat schepen ballastwater innemen en vaak op andere plaatsen weer lossen kunnen schelpdiertjes in deze fase getransporteerd worden en zich op andere plaatsen na het lossen van ballastwater vestigen.


Auteur: Erik van Dijk

donderdag 23 april 2015

Week 16 - Foto van de week

 18 april een mannetje Oranjetipje op een Pinksterbloem in Hengstdal © Jouke van der Zee
De lente is absoluut mijn favoriete seizoen. Al het frisse groen en van alles weer het eerste: de eerste bloemen, de eerste vlinders, de eerste waterjuffers en de eerste zwaluwen die terugkeren uit Afrika. 
Bij uitstek een beeld van april en mei zijn het Oranjetipje en de Pinksterbloem. Zij vormen praktisch een twee-eenheid, omdat deze lentebloeier een belangrijke waardplant is voor het alleen in deze periode vliegende Oranjetipje. De vlinders drinken nectar van de plant, en de vrouwtjes zetten er hun eitjes af. Of nou ja, eigenlijk geen eitjes, ze legt één eitje en vliegt dan door naar een volgende plant. Een eitje per plant is een beproefde overlevingsstrategie van het Oranjetipje. Er is dan voldoende voedsel voor de rups en het voorkomt dat ze elkaar opeten, want – zo heb ik net geleerd -  de rupsen van deze vlindersoort zijn kannibalen! En daar vervliegt mijn romantische beeld van de lieflijke vlinder ;-)

zondag 19 april 2015

De soortenrijkdom van Nijmegen: Stippen

Het is een heel herkenbaar beestje dat ieder kind kan tekenen: een rood ovaaltje met een paar zwarte stippen. Twee of zeven of eenentwintig. Toen ik nog klein en onwetend was, werd ik altijd blij als ik er een zag. Ze vertegenwoordigen het gevoel dat bij het voorjaar hoort. Heel vredig komen deze kevertjes op je hand zitten, kriebelend weliswaar, om vervolgens, terwijl je je vinger in de lucht steekt, omhoog te lopen en, eenmaal helemaal boven aangekomen, hun gevlekte dekschilden opzij te slaan en weg te vliegen. Toen ik de kleuterleeftijd achter me liet, leerde ik dat ze helemaal niet zo vredig zijn. Het bleken echte roofdieren! Mijn verbazing was groot.

Lieveheersbeestjes behoren tot een keverfamilie waarvan meer dan honderd soorten in Europa voorkomen. Die soorten zijn echt niet allemaal rood met twee of zeven of eenentwintig zwarte vlekken. Lieveheersbeestjes komen voor in allerlei kleuren, van geel, via oranje en rood tot zwart. En eigenlijk geldt hetzelfde voor de stippen.


Vanwege hun haast onstilbare honger is door tuinbouwers een Aziatische soort naar Europa gehaald om de bladluizen te bestrijden: het Veelkleurig Aziatisch Lieveheersbeestje. Inmiddels heeft de soort ook buiten de kassen vaste voet aan de grond gekregen en duikt hij ook in Nijmegen steeds vaker op. Vanaf de herfst zijn ze vaak binnen te vinden, zelfs midden in de stad. Massaal gaan deze kevertjes dan op zoek naar warme plaatsen waar zij vervolgens de winter zullen doorbrengen, vaak in enorme groepen. In hoekjes van zolders, tussen plooien van gordijnen of achter schilderijen of lampen zijn ze dan te vinden. Overigens eten ze in die periode niet, ze zullen uw woning niet beschadigen.

Overwinterende Veelkleurige Aziatische Lieveheersbeestjes © Antoon Loomans
Auteur: Jeroen Veeken

donderdag 16 april 2015

Week 15 - Foto van de week

12 April Roek in de Nieuwbouwwijk Visveld © Jolanda Wannnet
De Roek is familie van de kraaiachtigen en net als andere leden van deze familie een echte alleseter. Hij eet het liefst insecten, wormen, maden en rupsen, verder zaden en vruchten, een enkele keer een ei of een jong vogeltje, maar is - zoals deze foto van de week laat zien - ook niet vies van ons vuilnis. Verder laat de foto zien waarin de Roek zich onderscheidt van de Zwarte Kraai: een lichtere spitsere snavel en veren om de bovenkant van de poten (broek genaamd).
De Roek is een kolonievogel die graag in hoge bomen dicht bij akkerland woont, maar hij nestelt met even groot gemak in bomen in de bebouwde omgeving. Dit is niet tot plezier van zijn menselijke buren, want een kolonie kan voor veel lawaai- en poepoverlast zorgen. Voor mensen is hij meestal niet bang. Het is een slimme vogel, het is alsof hij weet dat hij een beschermde status heeft en niet bejaagd mag worden. Niettemin gebeurt dat wel eens als men de overlast zat is…

Auteur: Ria Vogels

zondag 12 april 2015

De soortenrijkdom van Nijmegen: De allermooiste vlinder van Nijmegen

Rups van de Konginnepage op Venkel © Rico Otten
Vrijwel iedereen heeft hem wel eens gezien, in een tijdschrift, op TV in een reclame, maar slechts weinig mensen zullen hem in het echt gezien hebben. Ik heb het hier over onze mooiste dagvlinder van Nijmegen: de Koninginnepage.

Dankzij de klimaatopwarming is hij de laatste jaren een stuk minder zeldzaam geworden in de omgeving van Nijmegen. Koninginnepages zijn niet elk jaar even talrijk. Vette jaren worden gevolgd door magere jaren. Maar met wat geluk kun je ze vanaf mei tot in september zien fladderen op zoek naar nectar of een partner.


De eerste Koninginnepages van het jaar leggen in vooral mei en juni eitjes. De eitjes worden meestal op de “wilde wortel” of te wel Peen gelegd, maar ook venkelplanten zijn geliefd. De rups die dan uit zo’n eitje kruipt kan wat schoonheid betreft moeiteloos wedijveren met de volwassen vlinder. Voor zo’n rups is het eten geblazen want zowel als pop als vlinder komt het beestje nauwelijks meer aan eten toe.  Als vlinder wat nectar drinken en daar heb je het dan mee gehad. Maar de voornaamste taak van de vlinder is natuurlijk om direct te zorgen voor nageslacht in de vorm van nieuwe eitjes op een geschikte waardplant. De pages die vanaf half juli vliegen zijn de nakomelingen van de eerste generatie die als pop de winter heeft doorgebracht. Door heuveltjes op te zoeken verhogen de mannetjes en vrouwtjes de trefkans elkaar te vinden en als een mannetje dan een vrouwtje in het vizier heeft  …. dan proberen ze direct hun kans te grijpen. Je leeft maar eenmaal zal de gedachte daarbij wel zijn. Net mensen?

Auteur: Sjak Gielen

Het imago van de Koniginnepage © Erik van Dijk

woensdag 8 april 2015

Week 14 - Foto van de week

5 april Roodpotige Groefbij in de heemtuin in de Goffert
Humor tekent mijn keuzeproces deze week. Verschillende foto’s of de verhalen erachter brengen me aan het grinniken. Sjak Gielen (3 april) fotografeerde een zeer zeldzame Grote Vos door een afrastering heen, waarbij Sjak zelf meer het onderwerp is dan de onvindbare vlinder. Jildert Hijlkema (3 april) ontdekte frisgroene blaadjes van de eveneens zeer zeldzame Gifsla bij een rioolputje en maakte daar een echte urban biodiversity foto van: sterke grafische lijnen van straatstenen, het putje en de schaduw van een fietswiel eroverheen. Maar de foto van de week is er een van Erik van Dijk. Zijn foto van de Roodpotige Groefbij (Halictus rubicundus) mag er al wezen, maar het commentaar van admin Frank van der Meer op Waarneming.nl is het grappigste dat ik daar ooit heb gelezen. 

Blijkbaar zijn er twee bijen die qua naam sterk op elkaar lijken - Roodpotige Groefbij en Roodpootgroefbij - wat de admin doet uitroepen met Erik's bij “in een wespennest vol naamsverwarringen” te zitten. En na een uitgebreide uitleg waarom het de eerstgenoemde bij moet zijn, en de tweede niet alleen een foute Latijnse naam heeft (Lasioglossum rufitarse, terwijl hij in het geheel geen rode tarsen heeft), maar ook op Waarneming.nl nog een foute Nederlandse naam draagt (het beestje heet tegenwoordig Zadelgroefbij), ondertekent de admin met de verzuchting: “je (door het vele typen) Roodwangige admin…”. Kijk, daar word ik nou vrolijk van.

Auteur: Ria Vogels

zondag 5 april 2015

De soortenrijkdom van Nijmegen: Vleermuizen in de stad

SOVON veldstudiecentrum 'de Wylerberg' © Vincent de Boer
Niet iedereen denkt eraan, maar de zoogdieren die je in Nijmegen het makkelijkste te zien krijgt zijn vleermuizen. Weliswaar in de schemer, maar toch. Ze behoren tot de meest fascinerende der dieren. Het zijn de enige echt vliegende zoogdieren op aarde en je krijgt ze niet heel erg eenvoudig te zien omdat ze in de nacht actief zijn. In het donker vinden ze hun weg niet door te kijken, maar door ultrasone geluidsgolven te produceren en weer op te vangen. Ze zullen nooit, in tegenstelling tot wat in spookverhalen wordt beweerd, tegen mensen aan vliegen. Het sonarsysteem geeft hun informatie zowel over obstakels in de omgeving als over de aanwezigheid van vliegende insecten die al voedsel kunnen dienen. U heeft vast wel eens een documentaire over vleermuizen op tv gezien; het gaat dan steevast over vreemde oerwouden of dichte bossen.


Het kan echter ook veel dichter bij huis. Sterker nog: het kan ín huis. Ook in de stad leven immers vleermuizen. U ziet ze misschien wel eens rondfladderen in het licht van een straatlantaarn, terwijl ze allerlei vervelende insecten wegvangen. Veel vleermuissoorten zijn afhankelijk van uw spouwmuren en van uw zolders. Ze zoeken er warmte en bescherming tegen het weer en tegen roofdieren. Sommige soorten krijgen er zelfs hun nakomelingen. Helaas gaat het met veel soorten helemaal niet goed. Spouwmuren worden met isolatiemateriaal dichtgemaakt en eventuele invliegopeningen naar zolders worden hermetisch afgesloten. Kijk eens op www.vleermuizenindestad.nl en help mee met de bescherming van deze prachtige dieren.

Auteur: Jeroen Veeken

woensdag 1 april 2015

Week 13 - Foto van de week

30 maart een vrouwtje van het Nonnetje in Lent © Jolanda Wannet
Niet alleen zijn de mannetjes van de vogelsoort op de foto van deze week uitzonderlijk mooi, dat vind ik zo mogelijk nog meer van hun naam: ‘Nonnetje’ (Mergellus albellus). Die naam zullen ze te danken hebben aan hun uiterlijk. Het mannetje is namelijk spierwit met subtiele zwarte lijntjes en een zwart masker om het oog. Het vrouwtje is ook mooi hoor (zie foto), maar zij heeft om veilig te kunnen broeden een onopvallender verenkleed. Broeden doen deze zaagbekken in het hoge noorden; ze komen alleen in Nederland om te overwinteren. Het is nu echter lente, wat doet deze dame dan nog hier?

Een verklaring kan zijn dat het om een ontsnapte vogel gaat. Juist vanwege hun schoonheid worden Nonnetjes veel in gevangenschap gehouden. Een houder is verplicht zijn vogels te ringen en deze vogel in Lent draagt een ring. Dat zegt nog niet alles, want sommige wilde vogels worden voor onderzoek geringd. Een andere aanwijzing is dat de fotografe dichtbij het beestje heeft kunnen komen. Bij de gewoonlijk zeer schuwe, op open water zwemmende Nonnetjes (en dus niet in de bebouwde kom) is dat bepaald een opgave. Ik ben benieuwd wat de ring ons kan vertellen over de herkomst van de vogel.

Auteur: Ria Vogels